In mijn vorige blog stond het onderwerp cliënt-typen centraal. Ergens voelt dat nog aan als een redelijk veilig onderwerp. Dat is meestal zo als het niet over je zelf gaat. Alhoewel,…, ik heb geprobeerd je in dat blog te stimuleren tot enige zelfreflectie in relatie tot de cliënten die je bedient (en die ook door je cliënt-acceptatie-procedure zijn gekomen).
In dit blog probeer ik nog wat dichter bij je te komen. Je herinnert je van het vorige blog dat ik de cliënt-typen heb ontleend aan een boek van Beattie et al, waarin prachtige interviews met cliënten en hun accountants zijn opgetekend. Deze auteurs hebben echter niet alleen een stereotypering van cliënten gegeven, ook typering van de betrokken accountants komt aan bod. Waar Beattie et al. de cliënt typen vooral schetsten langs het continuüm ‘geen – veel toegevoegde waarde’ positioneren ze de accountants typen vooral langs een continuüm ‘gematigde – extreem hoge mate van persoonlijke en professionele integriteit’. Ik zal gelijk toegeven dat deze wijze van categoriseren een bepaalde bias inhoudt (alsof dit het enige criterium is dat van belang is) en dat ook andere invalshoeken relevant kunnen zijn. Tegelijk zou ik niet al te zwaar tillen aan deze bias. Vanuit de cliënt bezien, is richting de accountant sprake van een diade: een relatie tussen twee personen. Maar vanuit de accountant bezien is het eigenlijk een triade: enerzijds voert de accountant de controleopdracht uit ten behoeve van de opdrachtgever (= cliënt), en anderzijds ten behoeve van het maatschappelijk verkeer. In het bijzonder op dit laatste punt (maar eigenlijk ook in relatie tot de client) is integere dienstverlening pure noodzaak[i]. Als de beroepsgroep dit niet meer kan realiseren, komt zij in het zicht van haar naderende einde, dan is er in het geheel geen sprake meer van toegevoegde waarde. Ook merk ik in dat kader nog op dat Beattie et al naast een viertal kerntypen accountant ook een tweetal overige typen onderkennen, namelijk de ‘incompetente accountant’ en de ‘rogue’ (schurk). Op deze twee overige typen zal ik in dit blog verder niet ingaan, omdat ik veronderstel dat de lezers van dit blog zich daarin niet zullen herkennen.
Beattie et al (p.275) onderscheiden een viertal typen accountant:
- De ‘crusader’ (kruisvaarder)
- De ‘safe hands’
- De ‘accommodator’
- De ‘truster’.
Onderstaand licht ik de typen nader toe.
De ‘crusader’ (kruisvaarder)
De type 1 accountant is zich in hoge mate bewust van zijn verantwoordelijke taak. Die taakopvatting gaat misschien wel verder dan strikt gezien door de maatschappij wordt gevraagd. De taakopvatting gaat zo ver dat dit type accountant een soort kruistocht voert, en waar nodig bereid is om de voorliggende problematiek (conflictsituatie, verschil van inzicht) te escaleren. En dan niet zomaar even de escalatieladder volgen die het handboek kwaliteit voorschrijft. Nee, dit is het type dat al snel denkt in termen van het teruggeven van de opdracht, of het formuleren van een afkeurende strekking van de verklaring. Voor deze accountant is de wereld behoorlijk zwart-wit gekleurd[ii], of misschien moet ik zelfs zeggen: deze accountant is behoorlijk zwart in zijn (m/v) denken[iii].
De ‘safe hands’
De type 2 accountant lijkt veel op type 1, maar is minder extreem. Er zit meer evenwicht in de oordeelsvorming. De accountant heeft eveneens een hoge persoonlijke en professionele integriteit, maar hij (m/v) weegt daarin volgens Beattie et al. zowel de letter als de geest van het raamwerk van financiële verslaggeving. Ik zou geneigd zijn daaraan toe te voegen: dit type accountant vindt het bredere geheel van wet- en regelgeving van groot belang (zowel letterlijk als figuurlijk). Zij behoren in andere bewoordingen tot de ‘preciezen’ cq de ‘conscientieuzen’ van deze wereld.
De ‘accommodator’
Type 3 is van het meer buigzame soort. Hij (m/v) zorgt wel voor compliance met wet- en regelgeving, maar hij weet de letter zodanig creatief te buigen dat de voor de cliënt gewenste uitkomst wordt ‘gedekt’. Deze accountant entameert een gematigde persoonlijke en professionele integriteit. Zodra de druk maar enigszins wordt opgevoerd, wordt zijn creatieve brein gestimuleerd.
De ‘truster’
Type 4 heeft eveneens een gematigde persoonlijke en professionele integriteit. Maar dit type is zich daar niet altijd van bewust. Een naïeve accountant zou je dit type kunnen noemen. Deze accountant stelt niet ter discussie, maar is goed gelovig. Geen professioneel-kritische instelling maar iemand die de cliënt vrijwel blindelings vertrouwt.
Al schrijvende laat ik mijn gedachten gaan over in welk bakje ik mezelf zou indelen. En of ik voorbeelden ken van andere accountants die vergelijkbaar zijn, of accountants die in een andere categorie vallen. De verleiding is hier groot om wat van anderen te vinden. Ik zou zeggen: probeer daaraan niet toe te geven[iv]!
Stel je zelf gewoon eens wat vragen. Hopelijk helpt het je om misstappen te voorkomen, of helpt het je wellicht om misstappen van collega’s te voorkomen. Ik geef hieronder wat voorbeelden van vragen die je aan jezelf kunt stellen, of die je onderling met je collega’s kunt bespreken om zo eerlijke feedback te krijgen:
- Welk type geeft het meest een beschrijving van wie ik ben of hoe ik over kom?
- Zijn er cliënten die qua typering mogelijk hebben gekozen voor mij vanwege het type accountant dat ik ben? Kan ik een voorbeeld bedenken van cliënten die hiervan misschien misbruik zouden kunnen maken?
- Stel dat ik lijk op type 1 of 2, is de verwachting reëel dat ik op termijn nog cliënten kan bedienen? Ben ik in staat om een goede, objectieve en tegelijk betrokken relatie te onderhouden met mijn cliënten? Ben ik niet “roomser dan de paus” (volgens Wikipedia: zich overdreven precies aan de regels houden)?
- Stel dat ik lijk op type 3 of 4, ben ik dan geschikt voor het accountantsvak?
- Moet ik een wijziging in mijn cliëntenportefeuille doorvoeren zodat de cliënten meer passend zijn bij het type accountant dat ik ben?
- Zijn er maatregelen zoals een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling of coaching of training nodig die me helpen mijn persoonlijke en professionele integriteit te verbeteren, beschermen of te handhaven?
Vragen te over. Misschien is je eerste reflex wel dat ze wat al te zwaar of al te reflectief overkomen. Dat zou kunnen. Tegelijk, ik kom in de praktijk (zowel bij mijn hoofd- als nevenactiviteiten) accountants van alle typen tegen. Ze bestaan allemaal. Met name het type 4 accountant is bijvoorbeeld een hardnekkige categorie. Zo kan het voorkomen dat deze accountant na een aantal (her)toetsingen door de toezichthouder (met onvoldoende als uitkomst) tenslotte naar Zwolle wordt uitgenodigd, waarbij de uitkomst op de klacht zich laat raden. Dit voorbeeld noem ik niet om accountants bang te maken, of het gelijk van de toezichthouder (of mijn eigen gelijk) aan te tonen. De route die hier naar de (al dan niet tijdelijke) uitgang wordt gevolgd, is heel erg pijnlijk, en had misschien met het treffen van de juiste maatregelen voorkomen kunnen worden.
Nowadays besteden veel kantoren in het grotere segment aandacht aan het thema ‘Diversiteit’. Nu is dit een nogal breed thema. Maar in het kader van dit blog zou je diversiteit ook kunnen opvatten als het zorgen dat je de juiste mensen om je heen verzamelt: geen ja-knikkers, maar collega’s of adviseurs die tegengas durven te geven, die kunnen spiegelen. Die je tegelijk ook de extreme posities van het spectrum aan mogelijkheden kunnen helpen bekijken, en die je helpen hierin verstandige keuzes te maken: vanuit het perspectief van je zelf, vanuit kantoorperspectief, vanuit cliëntperspectief, en vanuit maatschappelijk perspectief. En kijk of je zo stappen in de goede richting kunt zetten. Zo, bijvoorbeeld, gaat de weg van ‘safe hands’ ook niet altijd over rozen, maar kan dit op de lange termijn wel profijtelijk zijn voor de betrokken accountant, en ook voor de beroepsgroep als geheel!
Literatuur:
Vivien Beattie, Stella Fearnley, Richard Brandt. 2001. Behind closed doors. What Company Audit is Really About. Palgrave. Macmillan.
Dr Niels van Nieuw Amerongen RA
9 oktober 2020.
[i] Dit is onder meer ook van belang uit hoofde van SIRA (Systematische Integriteit Risico Analyse) en de poortwachtersfunctie van de accountant.
[ii] Je zou zeggen dat zwart en wit in beginsel geen kleuren zijn, omdat ze geen onderdeel uitmaken van het kleurenspectrum. Wikipedia wijst ons er op dat zwart en wit (alsook grijs) tot de categorie “achromatische” kleuren behoort, ofwel de niet-bonte kleuren. https://nl.wikipedia.org/wiki/Zwart_(kleur). In het kader van dit blog zou ik zeggen dat de crusader het misschien wel eens al te bont maakt, maar dat geheel terzijde.
[iii] Een bepaalde variant hierop zie je in de praktijk ook wel eens in het vergelijk van pas afgestudeerde accountants (met een focus op theorie) vergeleken met de zeer ervaren accountants (met een focus op de praktijk).
[iv] Hoewel het voor beleidsbepalers ook zinvol is om te weten welk ‘vlees’ je in de kuip hebt om vervolgens te overwegen in hoeverre coaching van accountants op sociale vaardigheden kan bijdragen aan het beter doen functioneren.