Over het verband tussen het eten van groente en controlekwaliteit
Laatst aten we bij ons thuis spruitjes. Ik had mij behoorlijk uitgesloofd in de keuken en had een speciaal recept opgezocht: spruitjes met spekjes en champignons, gestoomd in groentebouillon. Ik had er echt zin in. Mijn enthousiasme verdween vrij snel toen ik de spruitjes op tafel zette en de kinderen een gezamenlijk blêêêhh! lieten horen. Chagrijnig werd ik toen het misbaar aanhield en zelfs overging in een heuse groentestaking. Achteraf beschouwd is het gedrag van de kinderen niet vreemd. Want hoe vaak eten wij nou spruitjes? Nooit dus. Dit was de eerste keer. De klassieke verhalen over vieze spruitjes hadden allang hun werk gedaan onder de kinderen. Waarom zelf eerst proberen als iedereen om je heen vertelt dat spruitjes vies zijn? Al langer weet ik dat wij het opvoedkundig eigenlijk beter kunnen doen als het gaat om het leren eten van groenten. Op de korte termijn werkt onze strategie nog vrij redelijk. De kinderen krijgen pas vlees als ze eerst hun groente hebben opgegeten. Soms moeten er wat verbale pressiemiddelen ingezet worden, maar meestal wordt de groente uiteindelijk wel opgegeten. Over de wat langere termijn krijg ik echter niet het idee dat onze kinderen heel erg van groente gaan houden. Om het anders te stellen: de intrinsieke motivatie voor het eten van groente blijft wat onderontwikkeld. Wat we dan beter kunnen doen? Volgens Voedingscentrum1 doen wij er verstandig aan geen eten te gebruiken als beloning en moet gezond eten ‘gewoon’ zijn voor kinderen. Door het eten van groente te belonen met vlees bevestig je eigenlijk dat groente minder lekker is dan de rest van het eten.
Bovenstaande inzichten had ik al wat langer in mijn achterhoofd. Waarom in het achterhoofd en niet in de praktijk toegepast vraagt u zich af? Goede vraag! Ergens vind ik het goed genoeg gaan zoals het nu gaat, denk ik. Mijn handelen wordt hierbij meer door de korte termijn bepaald dan door de lange termijn. Met bovenstaande in het achterhoofd, was ik dan ook bepaald niet verbaasd toen ik laatst op accountant.nl het volgende nieuwsbericht las: ‘kwaliteitsbonus werkt contraproductief voor veel accountants’2. Dit nieuwsbericht is gepubliceerd naar aanleiding van het proefschrift van dr. Herman van Brenk RA. Uit zijn promotieonderzoek volgt de conclusie dat beloningsprikkels de controlekwaliteit van intrinsiek gemotiveerde accountants belemmeren. Een interessante uitkomst natuurlijk als je die afzet tegen de ontwikkelingen in de sector. Naar aanleiding van de 53 maatregelen3 wordt productiviteit en commercieel gedrag van accountants tegenwoordig minder beloond en moeten variabele beloningen meer samenhangen met de geleverde kwaliteit.
De parallellen tussen de inzichten uit onze groente-opvoeding en die uit het promotieonderzoek van Herman van Brenk zijn duidelijk: vervang ‘groente’ voor ‘kwaliteit’ en ‘vlees’ voor ‘variabele beloning’ en de inzichten komen behoorlijk goed overeen! Voor als je van meer hapklare brokken houdt, vat ik hieronder mijn tips voor het stimuleren van kwaliteit, gebaseerd op de adviezen van Voedingscentrum, samen:
Do’s en don’ts bij het stimuleren van groente eten | Do’s en don’ts bij het stimuleren van kwaliteit in accountancy |
---|---|
Vraag niet gelijk twee ons spruitjes te eten. De smaak van kinderen ontwikkelt zich in de loop van de tijd |
Verlang niet direct maximale kwaliteit, maar bouw het op. Zorg voor een weloverwogen opleiding en begeleiding van medewerkers. |
Geef als ouder het goede voorbeeld. Trek jij een vies gezicht bij spruitjes? Grote kans dat je kinderen ook geen spruitjes meer willen. |
Geef als leidinggevende het goede voorbeeld (zorg voor een juist tone-at-the-top). Geef jij te kennen kwaliteit niet belangrijk te vinden? Grote kans dat je medewerkers kwaliteit ook minder belangrijk gaan vinden. |
Beloon het eten van groente niet met ander eten. | Beloon kwaliteit niet met een variabele beloning. Stuur minder op beloning en meer op intrinsieke motivatie (Van Brenk) |
Je mag natuurlijk je kind wel loven als hij zijn groente met smaak heeft gegeten! | Geef oprechte complimenten voor goede kwaliteit. |
Vertel je kinderen af en toe over gezond eten. Vertel over wat het doet met je lijf. | Communiceer af en toe over het bredere belang van kwaliteit in de controle. Van Het Publiek Belang en intrinsieke motivatie kun je veronderstellen dat dit van nature onderkend en aanwezig is, maar het geen kwaad dit ook expliciet uit te dragen als leidinggevende / bestuurder. |
Roep niet alsmaar dat groente zo goed voor je is. Dit kan een averechts effect hebben. | Roep niet alsmaar dat kwaliteit zeer belangrijk is. Dit kan een averechts effect hebben. |
Roep trouwens ook niet dat snoep en snacks zo slecht zijn. Laat gewoon zien dat het best af en toe mag, maar dat je er niet te veel van neemt. | Roep trouwens ook niet dat commercieel denken zo slecht is. Commercieel denken kan ook positieve kanten hebben. Dat er budgetdruk is, betekent dat je nadenkt over optimale teamsamenstelling en taakallocatie. |
Maak gezond in huis makkelijk. Zorg ervoor dat gezond eten in huis beschikbaar is en dat het makkelijk te eten is. | Maak het leveren van kwaliteit gemakkelijk. Laat niet iedereen zelf het wiel uitvinden, maar faciliteer bijvoorbeeld met goede handreikingen en templates. |
Bovenstaande adviezen zijn weliswaar niet van de orde ‘wetenschappelijk onderzoek’, maar naar mijn idee hoeft het stimuleren van kwaliteit allemaal ook niet zo ingewikkeld te zijn. Het is een kwestie van gewoon doen wat wij eigenlijk allemaal wel weten. Waarom doen we dit allemaal dan niet allang? Ergens vinden we het wel goed zo denk ik, zoals het nu gaat. Ons handelen wordt hierbij wellicht meer door de korte termijn bepaald dan door de lange termijn. Probleem is alleen: vanavond eet mijn moeder weer mee. Ik vrees nu al weer haar commentaar op mijn opvoedtechnieken, die vriendelijk geformuleerd neerkomen op Het kan echt beter!
Ps.: vervang ‘mijn moeder’ voor ‘toezichthouder’ en ‘Het kan echt beter’ voor ‘kwaliteitsslag gaat te langzaam’ en u kunt vast de rest van de boodschap zelf invullen!
23 februari 2018
Marc-Jan Zwaneveld RA
1. http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-kind-en-ik/dreumes-en-peuter/hulp-bij-de-eetopvoeding.aspx
2. https://www.accountant.nl/nieuws/2017/12/kwaliteitsbonus-werkt-contraproductief-voor-veel-accountants/
3. Zie o.a. maatregel 3.1 uit het rapport In het Publiek Belang: “Alle accountantsorganisaties moeten aantoonbaar een intern beloningsysteem hebben waarin de beloning van kwaliteit <…> voorop staat <…>.”