In dat kleine café

14 mei 2019 - In dat kleine café

Ik woon in een prachtig dorp. We hebben zo’n 1.700 inwoners, een kleine basisschool en een bakker, een kapper en een café. De bakker bestaat vooral nog omdat daar ook het brood en banket voor de andere vestigingen gebakken wordt. De kapper kent ongeveer iedereen in het dorp. En de basisschool is zo klein dat er maar vijf groepen zijn. Af en toe fietsen en wandelen er nog wat toeristen door ons dorp, maar verder valt er niet veel te beleven. Die toeristen willen nog wel eens een drankje doen in het café, na een lange dag fietsen op zoek naar verkoeling. Echter, je moet dan wel iets meenemen: contant geld. In het café kan niet gepind worden. Zo leent zelfs zo’n klein dorp zich mooi voor een blog.

Tijdens het VTO van V&A in februari jl. kwam aan de orde dat veel accountantskantoren geen horecaklanten meer accepteren vanwege het hoge risico van witwassen. Op zich is het natuurlijk erg goed dat accountants kritisch zijn op welke ondernemingen zij als klant accepteren. Het laat iets zien dat zij integriteit van de opdrachtgever hoog in het vaandel hebben staan. In het boekje “Rode vlaggen” (NBA) staan ook meerdere voorbeelden van tuchtzaken rond het onderwerp contant geld. Dit alles bekijkend vraag ik mij af: kun je het lokale café nog wel als samenstel of advies klant accepteren en mag je er als accountant eigenlijk wel een drankje drinken?

Die eerste vraag is de moeilijkste, niemand heeft recht op een accountant, omdat elke accountant de plicht heeft iedere klantacceptatie zorgvuldig te doorlopen en in die acceptatieprocedure het recht heeft een klant te weigeren. Een goedwillende café houder die een pinapparaat te duur vindt en wiens klanten vooral bestaan uit lokale inwoners die contant betalen, die zou toch wel een accountant moeten kunnen vinden die hem wil helpen? Aan de andere kant werd op accountant.nl ook gewaarschuwd tegen angsthazerij  (Bruins, 16 maart 2018, https://www.accountant.nl/magazines/accountant-2018-q1/staat-de-accountant-zijn-mannetje/)

Natuurlijk moet je voorzichtig zijn met het accepteren van klanten in een bepaalde branche. Een café met alleen contante omzet heeft nu eenmaal een hoger risico op witwassen dan een onderneming waarbij alles via de bank wordt betaald. Gevoelsmatig gaat het wel ver om een hele branche af te wijzen vanwege een hoger risico op witwassen.. In AFM – Leidraad Wwft, Wwft BES en Sanctiewet staat dat weliswaar sprake is van een hoger cliëntrisico is bij contante omzet, maar ook dat je hierin als kantoor zelf de vrijheid hebt om een eigen afweging te maken. En in de NV NOCLAR staat ook dat bij aanwijzingen voor het niet naleven van wet- en regelgeving de accountant op die niet-naleving moet reageren (artikel 3). En het enkele feit dat er veel contant geld in het café omgaat, is als zodanig nog geen overtreding van wet- en/of regelgeving.

Ik geef toe dat ik de eigenaar van dit café niet ken. Maar je kunt goed observeren dat het er regelmatig gezellig druk is met de stamgasten. En er worden ook evenementen georganiseerd zoals een lokaal oktoberfest. Waarschijnlijk is de eigenaar gewoon iemand die het leuk vindt om een café uit te baten en die het misschien zelfs heeft overgenomen van zijn ouders, want zo gaat dat in dit dorp. De bakker bestaat ook al 100 jaar en de familie is er nog steeds bij betrokken.

Natuurlijk zijn extra waarborgen nodig voordat je een dergelijke klant accepteert. Je stelt vooraf een aantal vragen, zoals bijvoorbeeld de vraag hoe de administratie wordt bijgehouden. Een bezoek aan het café om te zien of uitgegeven drankjes wel worden aangeslagen op de kassa. Deze observatie is naar haar aard beperkt, alleen al om het één moment in de tijd is, en je het risico loopt dat mensen je herkennen en quasi-omzichtig tegen elkaar fluisteren: “sssssssssst…. De accountant komt er aan”….;). Naast dat je je een beeld vormt van de onderneming (zie ook het recente blog van Cornelis Kramer vorm je je een beeld van de eigenaar en zorg je dat je kennis hebt van de branche en kijkt of inkoop en verkoop in lijn met elkaar is. Natuurlijk moet je als accountant kritisch zijn over wie je als klant accepteert, maar het afwijzen van klanten enkel en alleen om de branche gaat wat mij betreft soms wat te ver. Kijk vooral ook naar wat er wel mogelijk is als sprake is van een legitieme behoefte aan dienstverlening.

Dan tot slot die tweede vraag, kan ik nog een drankje doen in het dorpscafé? Ja, dit kan gewoon. Volgens de VGBA artikel 4 dien ik mij altijd professioneel te gedragen en hierbij het beroep niet in diskrediet te brengen. Ik ben van mening dat een (enkel) drankje drinken bij een café dat alleen contant geld accepteert hiermee niet in strijd is. Laten we hierin vooral ook ons ‘nuchtere’ accountantsverstand gebruiken en elkaar niet van alles en nog wat aanpraten.

14 mei 2019
Vera Bik MSc. RA


1) Deze opmerking werd overigens gemaakt in het kader van entiteiten die onderworpen zijn aan wettelijke controle.